Een trouwe levenspartner

Op 14 december 2021 spoelde er een voor de kust van Ameland een maanvis aan, een megagrote vis van maar liefst 2 x 1,8 meter. Dat gebeurde ruim honderddertig jaar eerder ook al eens met een nóg groter exemplaar van maar liefst 2,23 x 2,73 meter. Behalve deze zwaarst bekende beenvis, Latijnse benaming Mola mola, zijn er ook nog twee totaal andere maanvissen. De ene, de in het Latijn geheten Selene setapinnis, is een straalvormige vis die hooguit zestig centimeter lang kan worden en (on)behoorlijk giftig kan zijn. De andere, een cichlide, is populair als aquariumvis. Hij gaat in het Latijn door voorPterophyllum scalare.

De naam van deze uit het Amazonegebied afkomstige vis is afgeleid van vleugelblad en trapgevel, gebaseerd op de bijna onzichtbaar in het lichaam vervloeiende rug- en aarsvin en de trapvormig in lengte toenemende stralen van zojuist genoemde vinnen. Goed uitgegroeide exemplaren kunnen bij een totale lengte van 15 centimeter van vinpunt tot vinpunt 25 centimeter meten.

Vele kleurvariëteiten

De maanvis heeft een hoog zijdelings afgeplat lichaam met een zilverachtige glans en zwarte verticale strepen. Het oog is rood. Kwekers hebben inmiddels vele kleurvariëteiten van deze mooie vis ontwikkeld, waaronder geheel zwarte, lichtgele, gemarmerde, streeploze (deze con les blos worden ook wel spookmanen genoemd) en zelfs albino’s (deze blijken echter te blind om zichzelf te kunnen voortplanten).

Op schoolse wijze

De borststandige buikvinnen van de maantjes zijn tot draadvormige aanhangsels gegroeid die ze echter niet, zoals goerami’s, niet als tasters gebruiken. Maar wanneer ze zich willen laten gelden jegens andere vissen, zetten ze ze wijduit en ogen dan heel groot en indrukwekkend. Andere vissen verdwijnen dan ook alras met toegeknepen staart schoorvinnend naar een andere plek in het aquarium.

Wordt deze scholenvis alleen gehouden, dan kwijnt hij weg van eenzaamheid. Keurig zwemmen in een schooltje zoals onder andere neontetra’s en kongozalmen dat doen, is er echter niet bij.
Van nature zijn het rustige vredelievende vissen maar ze hebben wel ruimte nodig, zeker zodra ze een kinderwens krijgen. Is de bak te klein dan bestaat de kans dat soortgenoten almaar worden weggejaagd en op schoolse wijze door de machtigste der manen onder de vin gehouden!

Via de mond kunnen maantjes geluiden maken. Ze wrijven hiervoor hun kaken krachtig over elkaar, waardoor piepende, krijsende en knetterende geluiden ontstaan.

© Cedricguppy – Loury Cédric, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Geslachtsonderscheid

De geslachten zijn moeilijk te onderscheiden. Vrij van valse schaamte vertonen ze achter het doorkijkglas de volgende kenmerken die hen tot man of vrouw maken:

1. De legbuis van het vrouwtje is cilindervormig en afgeplat. De geslachtspapil van het mannetje heeft een kegelvormige puntige vorm. Het legbuisje van het vrouwtje is circa twee keer zo groot als de geslachtspapil van het mannetje.
2. De vinstralen aan de bovenkant van de rugvin zijn bij het mannetje onregelmatiger dan bij het vrouwtje waardoor deze vin er gebrokkeld uitziet.
3. De ruimte tussen de basis van de buikvinnen en de basis van de aarsvin is bij het vrouwtje langer en minder gebogen.
4. Bij het mannetje is de onderkaak langer dan de boven kaak. Bij het vrouwtje is dat omgekeerd.
5. De zwarte streep dor het oog is bij het mannetje rechter dan bij het vrouwtje. Deze streep buigt bij het vrouwtje naar de rugvin toe.
6. Van voren gezien is het vrouwtje achter de buikvinnen en onder de borstvinnen dikker dan het mannetje.

Alhoewel maanvissen stellig zullen weten wat voor vis ze in de kuip hebben, kan het toch wel eens gebeuren dat twee vrouwtjes samen kuit gaan schieten.

© Karelj, Public domain, via Wikimedia Commons

Levenslange trouw

Maanvissen kan je niet tot een huwelijk dwingen door hen samen in een aquarium onder te brengen. Ze willen graag zelf uitzoeken aan wie ze de vin geven. Hebben een mannetje en een vrouwtje elkaar eenmaal gevonden, dan blijven ze elkaar hun leven lang trouw. Als een van hen doodgaat of uit de bak wordt verwijderd, gebeurt het zelden dat de ander op zoek gaat naar een nieuwe partner.

Hartverwarmend

Gaat een koppeltje eenmaal aan nageslacht beginnen dan worden de eitjes bij voorkeur afgezet tegen het blad van een grote veerkrachtige stijve plant. Het blad wordt daartoe eerst intensief gepoetst en vervolgens worden de eitjes hieraan in rijtjes vastgehecht. Het legsel wordt door beide ouders bewaakt, met de vinnen bewaaierd en met de bek bewerkt. Na 24 – 36 uur zijn de larven ontwikkeld. Dan gebeurt er iets zeldzaams. De ouders nemen de eieren stuk voor stuk in de bek, kauwen er voorzichtig op en de larven komen uit hun eischaal. Ze worden op de bladeren geplaatst en blijven daaraan hangen. Later wordt het jongbroed op cichlidenwijze in een kuil ondergebracht. Het is hartverwarmend om te zien hoe een goed kweekstel met de jongen optrekt, maar het gevaar is dan wel altijd aanwezig dat een aantal jongen door de ouders wordt opgepeuzeld.

© Emőke Dénes, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Flinke zwemruimte

Deze cichlidensoort kan, mits goed verzorgd, tien tot vijftien jaar oud worden. Het beste voelt hij zich thuis in zacht water. Het beste is een temperatuurtje van zo’n 26 à 27 graden Celsius, daar zwemt hij wel bij. Kouder dan 24 graden Celsius mag het voor hem niet worden want dan wordt hij ziek. Gevoelig is hij ook voor oud water, dus regelmatig verversen is een must.
De maanvis kan zowel in een gezelschaps- als in een soortaquarium worden gehouden. Wel moet de bak, in verband met de hoogte die dit dier kan bereiken, minstens vijftig centimeter hoog zijn. Van nature leeft deze vis in een omgeving met boomwortels en planten. Zijn aquariumbehuizing moet dan ook voorzien van een flinke zwemruimte, omzoomd door bijvoorbeeld Vallisneria en fijnbladerige guirlandeplanten. De inrichting wordt gecompleteerd met fraaie stukken kienhout.

© mendel, CC BY-SA 1.0, via Wikimedia Commons

Klopjachten

En dan is het etenstijd. Een heerlijk moment voor de maantjes. Als ze de kans krijgen eten ze zich kogelrond. Vrijwel alles gaat erin: tubifex, watervlooien, cyclops, artemia, muggenlarven, droogvoer, kropsla en ook… jonge guppen en plaatjes, kleine neontetra’s en als groenvoer Heteranthera-soorten.
Het is echter niet alleen de maanvis die ware klopjachten op jonge visjes houdt, zelf wordt hij achternagezeten door sumatraantjes die net zolang aan zijn prachtige vinnen blijven knabbelen tot er niets meer van over is. Let dus even op voordat u allerlei (ook voor elkaar) aantrekkelijke vissen tezamen in een aquarium onderbrengt, zodat het voor alle partijen leuk kan blijven.

Deel dit artikel: