Een maand geleden struikelde je in het Diemerpark nog net niet over de konijnen. Maar intussen zijn er vele het haasje.
De media berichtten dat de beestjes zijn besmet met myxomatose. Dat was mijn lekendiagnose ook toen ik enkele langoren met roodomrande ogen en zwellingen op de kop in slow motion zag rondhobbelen.
Maar afgelopen zaterdag hoorde ik van Martin Melchers, de Mokumse stadsecoloog van weleer, dat er nog een andere ziekte onder de konijnen huishoudt, te weten VHS.
Net zoals ik meteen aan een nieuw soort yoghurt dacht toen ik voor het eerst van Jomanda hoorde, gingen mijn gedachten nu acuut richting videoband en de bijbehorende recorder.
Maar nee, de afkorting staat niet voor Video Home System maar voor Viraal Haemorrhagisch Syndroom.
Konijnen die de ziekte onder de leden hebben vertonen geen uiterlijke kenmerken en sterven doorgaans binnen twee dagen. Een met myxomatose besmette Flappie gaat een langduriger lijdensweg tegemoet.
Maar in beide gevallen is de ziekte zeer pijnlijk. En er is niets tegen te doen. Ja, vangen, in een doos stoppen en naar een dierenarts brengen voor een spuitje, aldus een vrijwilligster van een diervriendelijke instelling die ik binnen deze context liever niet bij naam noem.
Als ik aan de wandel ga neem ik standaard mijn iPhone mee, papieren zakdoekjes, wat handgeld, de huissleutel, afhankelijk van weer en zin een zonnebril en pepermunt. Maar een doos meezeulen?
Hoeveel dozen zal ik eigenlijk moeten meenemen?
Onlangs kwam ik drie van die stumpers tegen.
Ander probleem: hoe vang je een konijn?
Volgens een aloude flauwe grap moet je op de grond gaan liggen en het geluid van een wortel maken. Zonder grollen is het mij al niet gegeven om te vertellen hoe een wortel smaakt. Veel verder dan ‘lekker’ kom ik niet. En om dan het geluid te moeten maken, nee, dat is teveel gevraagd.
Volgens mijn oma was een eend makkelijk te vangen nadat je zout op zijn staart had gelegd. Ze gaf ons daarvoor een stel lepels en een zak keukenzout mee. Maar of we de vogels nou stilletjes sluipend, aanlokkelijk ‘poele, poele’ roepend benaderden of in een plotsklapse overval, iedere keer haastten ze zich luid kwakend het water in.
In mijn studententijd ontdekte ik dat het vangen van een muis al bepaald geen sinecure was zolang ik niet de beschikking had over een valletje of poes. Een papiervisje krijg ik al amper te pakken. En dan zal het ineens wel gaan lukken met een niet gedomesticeerd konijn?
Behalve een stelletje dozen zal ik in elk geval een visnet moeten meesjouwen. Ik zie me al lopen tijdens mijn middagwandelingen. En hoe zachtaardig konijntjes er ook uitzien, ze kunnen boosaardig bijten.
Afgezien daarvan denk ik dat het voor een doodzieke pluisstaart een stressvolle lijdensweg wordt richting die verlossende dodelijke injectie. Melchers bevestigt dat.
Het beste is de natuur gewoon zijn gang te laten gaan. En of het nou om myxomatose gaat of VHS, zo’n negentig procent van de konijnenpopulatie legt het loodje. Geheel uitsterven doet de groep dus niet. Bovendien zijn er altijd wel enkele langoren die zich weten te herstellen. Dat wordt beloond met levenslange immuniteit tegen de virusziekte in kwestie. Toch spijtig als je zo’n bofkont met de beste bedoelingen hebt laten inslapen.
Konijnen zijn na drie maanden vruchtbaar. Vijf tot zes worpen per jaar met twee tot negen jongen zijn geen uitzondering. Het is bij de konijnen af, is niet voor niets een uitdrukking voor iemand met veel kinderen. Dat de uitdrukking ook voor walgelijk staat, valt goed te rijmen met het gegeven dat de dieren hun eigen keutels verschalken.
Toen ik nog op de lagere school zat, maakte ik een op zoethout verzotte klasgenoot wijs dat dit snoepgoed uit met stroop samengeperste konijnenkeutels bestond. Ik heb het brave kind nooit meer zien sabbelen, maar konijnen consumeren hun uitwerpselen dus zonder enige terughoudendheid. Alleen gaat het hier niet om de keutels die je overal waar de langoren komen in grote hoeveelheden ziet liggen. Nee, de eterij betreft de kleinere, zachtere en veel donkerder blindedarmkeutels.
Laat een pluisstaart deze consumptie achterwege, dan resulteert dat in een vies kontje. Daardoor gaat de huid niet alleen ontsteken, ook komen er vliegen op af die het achterwerk van Flappie vervolgens als afzetplaats gebruiken voor hun eitjes. De maden die dat binnen 36 uur oplevert, kruipen onder het konijnenvel met alle ellende van dien.
Konijnen staan bekend om de schade die ze kunnen aanrichten. Het ondergraven van allerlei zaken is één van hun specialiteiten.
Tevens worden ze verantwoordelijk gehouden voor een ware kaalslag onder bloemen, grassen en andere vegetatie. Maar ook hier geldt de gevleugelde uitspraak van onze hedendaagse, enkele jaren geleden overleden voetballend filosoof dat ieder nadeel zijn voordeel heb.
Omdat de langoren de vegetatie kort houden, krijgt verbossing van een gebied geen kans. Net zo min als auto’s overal welkom zijn, zijn bomen op iedere stek gewenst. Boomscheuten worden graag gegeten evenals boomschors.
De kaalgevreten stammen wekken de indruk dat de tot de haasachtigen behorende konijnen knaagdieren zijn. Ten onrechte. Zowel het aantal tanden als de kaakbewegingen tijdens het eten verschillen.
Dat zijn van die wetenswaardigheden waar ik als middelbare scholier geen idee van had.
Ach, wat jammer nou, dat mijn biologielerares van weleer dit niet meer leest.
Kopfoto: © Wutsje via Wikimedia Commons