Het is echt de allerlaatste keer ooit dat een witte MD-11 met rode staart op Schiphol landt. Het gaat om de PH-MCP, het eerste toestel van dit type dat Martinair in de negentiger jaren aanschafte.
Ze is net uit vertrokken vanaf Londen Stansted Airport als wij plaatsnemen in de C14, een van de gele combiauto’s van de Amsterdamse luchthaven. Voorin in de auto vindt overleg plaats met de toren over de baan die de MD-11 krijgt toegewezen. Het wordt de 36R.
Grijstinten overheersen in de bewolking als de geliefde kist de landing inzet.
‘Prachtig voor de foto’s’, reageert een van de cameramannen.
We stappen uit.
‘Nog vijf minuten’, zeg ik aan de hand van de informatie op Flightradar 24.
Ik staar naar een rij lichtjes van naderende vliegtuigen. Een Boeing 737 van Transavia strijkt neer als de verlichting van het elfje opdoemt. Geleidelijk worden haar contouren zichtbaar. Naast mij beginnen de camera’s te ratelen. Terwijl de driemotorige jet steeds meer hoogte verliest, realiseer ik me hoe uniek dit moment is in de luchtvaartgeschiedenis en hoe bijzonder de manier waarop ik dit mag meebeleven. Het stemt me dankbaar.
Voorzichtig breekt de zon door als de fraaie machine boven de baan hangt. Stukje bij beetje verandert het grijs van de lucht in hemelsblauw. Wat is er mooier dan een laatste touch down op haar thuishaven in de zon?
Haar bandjes roken als ze de baan raakt. Snel nemen we weer plaats in de combiauto. Enkele minuten later rijden wij voor haar uit. Op mijn knieën zit ik achterstevoren op de achterbank en vergaap me aan dat grote imposante vliegtuig dat voor de allerlaatste keer richting Menzies Vrachtgebouw 8 taxiet.
Nooit eerder zat ik met mijn neus zo pal op de neus van een MD-11. De oordopjes die ik heb meegekregen liggen ongebruikt naast me, het geluid van de P&W-motoren wil ik zeker nu ongedempt horen.
Zo nu en dan zwaaien de flightcrew en wij, de zeven mensen in het gele luchthavenvoertuig, naar elkaar. Ik besef dat het voor de mannen daar op de bok buitengewoon emotionele momenten zijn, onvergetelijk mooi en tegelijkertijd intriest. Het gaat bij Martinair niet alleen om het afscheid van een geliefd vliegtuig maar ook om het verlies van werk voor velen.
Onze combi vermeerdert vaart om de MD-11 vrij baan te geven voor haar indraai naar het vrachtgebouw waar zij voor de allerlaatste keer zal worden gelost.
In plaats van tussen haar zusters komt ze nu tussen de machines te staan van Air Bridge Cargo, Cargolux, KLM, Qatar en DHL. Het enige vliegtuig nog met een staartmotor. Als ze straks wordt weggesleept zal daar zo nu en dan nog maar één Boeing 747 staan in de voor Martinair kenmerkende wit met rode kleuren.
De gezagvoerder opent het cockpitraam en zwaait hartelijk naar de mensen op het platform. Een van hen, zijn dochter, wuift terug met in haar hand een bos met witte en rode bloemen. Iedereen is ontroerd.
Het gewone werk gaat ook door. Highloaders en een vliegtuigtrap worden in stelling gebracht. Het hele gezelschap waarmee ik enkele minuten eerder nog in de gele Schipholcombi zat, is nu welkom aan boord. Hartelijke begroetingen volgen.
Laat ik het maar eerlijk opbiechten, ik houd het niet droog. Rap veeg ik mijn tranen weg als het mijn beurt is om op de stoel van de co plaats te nemen voor een cockpitfoto samen met de captain.
Iets verderop is de vrachtdeur al geopend en wordt er afgeladen. Dat karwei is zo goed als geklaard op het moment dat ik ga kijken. Nieuwe vracht komt er niet. Wel tanken ze de machine vol. Dat kan maar gebeurd zijn voordat ze haar allerlaatste vlucht maakt, via Miami naar het vliegtuigkerkhof.
Ik loop onder het elfje door, met oog voor alle details die haar juist zo bijzonder maken. Ze zijn al zo dikwijls genoemd en zeker nu kan ik er onmogelijk aan voorbijgaan: de staartmotor, de winglets, de angry-bird-look, de middelste poot van het landingsgestel.
De flightcrew maakt zich op voor de laatste foto’s met de PH-MCP op haar thuishaven. Zit mijn jasje recht, zit mijn dasje recht. De cameramensen gaan diep door de knieën voor de mooiste platen.
De familie van de gezagvoerder komt erbij, gevolgd door een zestal mensen van de Technische Dienst. Op verzoek van een van de fotografen houden zij hun duim omhoog. Die bereidheid is kenmerkend voor de ‘can do’-mentaliteit van het Martinair-personeel en hun bijbehorende rode hart.
Dan verdwijnt de hectiek rond de MD-11. Uit haar buik komt inmiddels een ferme waterstraal. Al het drinkwater dat ze voor deze vlucht bij zich had, moet eruit. Ook voor haar allerlaatste vlucht krijgt ze uiteraard een verse voorraad mee. Vliegen onder haar vluchtnummer MP6172 van weleer is er dan niet meer bij. Het nummer van de afgeschreven machine is op 8 juli gekoppeld aan de volgorde van de uitfasering van de laatste zes MD-11’s bij Martinair: MP0116.