Niet alles verloren laten gaan – KCK

Op weg naar Victorville, Californië.
Nee, jaloers hoef je echt niet op haar te zijn. Het is de allerlaatste keer dat haar vleugels haar dragen.
De PH-KCK met het serienummer 48564 en vernoemd naar de Zweedse actrice Ingrid Bergman, is op weg naar een vliegtuigsloperij. Vier andere vliegtuigen van het type McDonnell Douglas MD-11 maakten de 635 minuten durende reis naar deze naargeestige bestemming al eerder. Met nog vier van deze machines zal het een soortgelijke kant op gaan.

Doom flight naar Victorville (KVCV) © Charley Valette

Barry Schuuring, luchtvaartfotograaf, zet zich in om één exemplaar van dit karakteristieke passagiersvliegtuig van de slopershamer te redden. Het streven is dat nummer tien met pensioen kan in Aviodrome.
KLM zou er niet onwelwillend tegenover staan. Al eerder gingen een Boeing 747-200 en een Fokker 100 voor een symbolisch bedrag van één euro die kant op.

Probleem is de machine bij het Aviodrome te krijgen. De landingsbaan is te kort en dus zal het vliegtuig net als destijds die 747, over de weg en het water moeten worden vervoerd. Dat kost een vermogen.
De vraag is wie dat zal betalen.
KLM wil nu weten of er voldoende belangstelling is om dit toestel voor het nageslacht te behouden. Daarom is Barry een petitie gestart.

Martijn de Rooze, eveneens luchtvaartfotograaf, maakte een rouwkaart voor de PH-KCK. Twee fraaie foto’s waarin zij het ruime luchtruim kiest, voorzag hij van de tekst: ‘Er is niets wat voorgoed verdwijnt als men de herinnering bewaart. PH-KCK will depart to Victorville on 2 december as KL 9865 around 08.00 AM local. No flowers, no speeches, just photo’s.
Een mooie tekst.

PH-KCK Ingrid Bergman © Aero Icarus from Zürich, Switzerland, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons

Toen ik mijn inkomen nog bij het ziekenhuiswezen verdiende, vroegen nabestaanden mij wel eens of ik hen wilde helpen met de tekst voor de rouwkaart van hun dierbare overledene. Reden dat ik in die periode altijd oog had voor overlijdensadvertenties. Bovenschriften die mij bruikbaar leken, knipte ik uit.
Ach, sommige daarvan vind ik zo tijdloos mooi.
Bijvoorbeeld deze van Antoine De Saint-Exupéry: ‘Je moet ’s nachts naar de sterren kijken. De mijne is te klein om je te wijzen waar ze is. Dat is ook beter zo. Voor jou is dan mijn ster één van de vele sterren. Je zult het prettig vinden alle sterren te bekijken. Alle sterren zullen je vrienden zijn.’
Of deze, naar J.C. Schagen: ‘Als ik nu doodga, zal de grote aarde mij nemen. En ik zal zijn in haar warme adem. Ik zal zijn in het gras, langs de stille wegen. En in de nevel, ’s avonds over de landen. In de verre schreeuw van een vertrekkende vogel. Een septembermiddag, altijd hetzelfde, altijd.’

Behoefte om rouwadvertenties te analyseren heb ik nooit gevoeld. In tegenstelling tot Frits Tromp die het nodig vond een blog te wijden aan het overlijdensbericht van Fred Stutterheim. De vreemdsoortige analyticus besluit zijn interpretaties met de mededeling dat hij Fred niet persoonlijk en zelfs niet onpersoonlijk kent, maar dat het gat dat Fred achterlaat niet snel opgevuld zal worden. De nabestaanden reageren verbijsterd en boos.
Terecht.
Tromp gaat niet alleen van verkeerde veronderstellingen uit door onder meer Freds zoon voor een meisje uit te maken. Met zijn keuze om op een openbaar forum als het internet een overlijdensadvertentie te interpreteren, getuigt hij bovendien van een totaal gebrek aan eerbied en inlevingsvermogen.

Datzelfde kan gezegd worden van Adri van der Heijden, beter bekend als A.F.Th. van der Heijden, die het nodig vond in zijn roman De Helleveeg de indruk te wekken dat er boven de Eindhovense viswinkel van de familie Koelewijn illegale abortuspraktijken plaatsvonden, met bijgevijlde nagels als instrumenten. Van der Heijden schrijft over ‘de zoon des huizes, die net een Nederlandse Rock & Roll-hit had met Kom van dat dak af’.
Zanger Peter Koelewijn pikte het niet en spande een kort geding aan tegen de auteur en zijn uitgeverij. Hij verloor de zaak. De rechter noemde de boosheid van Koelewijn over de misplaatste voorstelling van zaken weliswaar begrijpelijk, maar achtte de vrijheid van meningsuiting belangrijker. Sowieso bizar omdat Van der Heijden feitelijke onjuistheden verkondigt die welbeschouwd veel kwalijker zijn dan bijvoorbeeld een voorstelling van zaken dat de Brandaris zich in Marokko zou bevinden, al lijken de zich daar bevindende minaretten er wel enigszins op.
Maar ik breng er ook graag enkele woorden tegenin van onze voormalige koningin Beatrix tijdens haar Kersttoespraak van 2006: ‘Naast de algemeen geldende grens die in de wet is vastgelegd, zijn er ook normen van moraal en beschaving. Ze zijn het fundament van een samenleving die uitgaat van eerbied voor de medemens.’
Over zijn overleden zoon Tonio schreef Van der Heijden een zwaarlijvig boek van 633 bladzijden. Ik vraag me af of hij het van eerbied zou vinden getuigen als er een roman uitkwam waarin onwel riekende zaken over die beste jongen worden geïnsinueerd.

PH-KCK © Alf van Beem, CC0, via Wikimedia Commons

Kwetsen en beledigen is tegenwoordig het handelsmerk van mensen die vooral eerbied voor zichzelf hebben. Onder het mom van vrijheid van meningsuiting honen en grieven ze ouderen, vrouwen, homo’s, gehandicapten, zieken, gelovigen, kleurlingen, mensen met een uitkering, nabestaanden.
Dit soort vrijheid heeft de charme van de slopershamer waar de PH-KCK naar op weg is.
Nu vliegt ze hoog boven de wolken, nog ruim vier uren heeft ze te gaan.

Ja, ik leef met haar mee.
Ik weet dat aan alles een einde komt, soms te snel. Alleen wil ik niet alles verloren laten gaan. Sommige gaten zijn helemaal nooit op te vullen.
Is het waar dat er niets is wat voorgoed verdwijnt als men de herinnering bewaart?
Eerbied en inlevingsvermogen houd ik graag actueel. Het ondertekenen van de petitie om ten minste één MD-11 voor het nageslacht te bewaren, beveel ik van harte aan.*)
Naar foto’s van de PH-KCK kijken kan gelukkig altijd nog. Er staan er genoeg op het internet.

*) De link naar de petitie heb ik verwijderd toen eenmaal duidelijk was dat alle MD-11’s zouden dienen als donormachine.

© Schilderij Nop Briex

Kopfoto: © Ralph Jaspers

Deel dit artikel: