Een kafkaësk drama

2990 dagen zat hij in voorarrest, Julio Poch, een Nederlands-Argentijnse verkeersvlieger. Tijdens een etentje op Bali deed de man enkele uitspraken waarvan twee van zijn collega’s zich niet alleen rotschrokken. Nee, aan de hand van zijn lichaamstaal trokken deze Edwin Reijnoudt Brouwer en Tim Weert ook de conclusie dat deze voormalige straaljagerpiloot betrokken zou zijn geweest bij dodenvluchten in Argentinië tijdens de juntatijd.

Uitspraken als ‘We threw them in the sea’ en ‘We should have killed them all’ geven weliswaar te denken, maar zijn niet zomaar te duiden als een schuldbekentenis van Poch. Argentijnen zijn sowieso gewend om te spreken in de wij-vorm: ‘Nos Argentinos‘. Zelfs Liesbeth Zegveld, de advocaat van de getuigen à charge, zegt over de rol die Nederland heeft gespeeld bij de arrestatie van Poch: ‘Wat wij hebben gedaan, is de vluchtgegevens doorgegeven.’
Toch vormden Pochs uitspraken, die betrekking hadden op een burgeroorlog met een strijd tussen linkse terroristen en staatsterroristen, de basis voor een kafkaësk drama.

Dat begon ermee toen voormalig Bali-tafelgenoot Edwin Reijnoudt Brouwer samen met Jeroen Engelkes, assistent chef-vlieger, op het kantoor van Transavia voor het smoelenbord stond. Hij wees naar een foto van Poch en maakte kenbaar met die persoon nooit meer te willen vliegen. Toen Engelkes eenmaal wist waarom, klopte hij meteen aan bij het Internationaal Strafhof te Den Haag. Hij ging niet eerst met de drie vliegers om de tafel voor een ophelderend gesprek, nee, hij zou er wel eens even voor zorgen dat die ‘moordpiloot’ zou worden opgepakt.

Uiteindelijk resulteerde het erin dat Sergio Torres, een Argentijnse onderzoeksrechter, naar Nederland afreisde. Reijnoudt Brouwer, Weert en Engelkes werden verhoord, verklaringen werden getekend.
Weert schrok zich wezenloos toen hij ontdekte dat in zijn getuigenis ESMA was genoemd: hij wist toen hij ervoor tekende, totaal niet waar dat voor stond. Een instinker, gecreëerd door Torres.
Waarom Poch zelf niet in Nederland werd verhoord? In 2001 is er voor het eerst aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta, de vader van koningin Máxima die Minister van Landbouw was tijdens het juntaregime. Een verhoor van Poch in Nederland zou zeker een precedent scheppen waarop personen die de achtervolging wensten van Zorreguieta, zich zouden kunnen beroepen. Een gevalletje van hogere belangen in het geding.

Nederland heeft geen uitleveringsverdrag met Argentinië, maar Spanje wel. Daarom verstrekte Nederland aan dit land informatie over de reisbewegingen van Poch. In Valencia werd hij gearresteerd tijdens zijn pensioneringsvlucht. Een mooier moment voor die publieke vernedering die het recht op privacy schendt en tevens schadelijk is voor het vermoeden van onschuld, bestaat er niet.

De Nederlandse Officier van Justitie Guus Schram vertelde in het 8-uurjournaal van de NOS, daags voordat de getuigen in Den Haag onder ede verhoord zouden worden, dat uit de logboeken van Poch duidelijk bleek dat hij met propellervliegtuigen heeft gevlogen. Hij vertelde er niet bij dat de genoteerde vliegmachines van een heel ander type waren dan die waar de dodenvluchten mee zijn uitgevoerd. Een bedenkelijke vorm van beïnvloeding.

In 2009 spande Poch een kort geding aan tegen de Nederlandse staat om zijn uitlevering naar Argentinië te voorkomen. De landsadvocaat had aan de rechtbank laten weten dat Poch binnen een jaar terecht zou staan. Wederom een misplaatste voorstelling van zaken.

Geert-Jan Knoops, de Nederlandse advocaat van Poch, steekt niet onder stoelen of banken dat hij, zodra de vrijspraak van zijn cliënt onherroepelijk wordt, juridische stappen zal ondernemen tegen de Nederlandse Staat voor het onrecht dat zijn cliënt is aangedaan.

Ferdinand Grapperhaus, de nieuwe minister van Justitie en Veiligheid, stelt dat de Nederlandse Staat zich heeft gehouden aan de internationale verplichtingen en dus niets valt te verwijten. Over een als een ‘zwaar geval’ bestempelde teruggekeerde IS-strijder die al maanden door de AIVD wordt gevolgd maar die toch in november rustig naar de Balie in Amsterdam kon gaan, zegt Grapperhaus dat er genoeg juridisch bewijs moet zijn voordat iemand wordt opgepakt.

Pochs aanhouding gebeurde op verzoek van de Argentijnse autoriteiten die door de Nederlandse justitie op Pochs vermeende misdaden waren gewezen. Op grond van wat uitsluitend interpretaties van enkele collega’s bleken te zijn, werkte de Nederlandse Staat mee aan de arrestatie van de vlieger.

Ook de getuigen à charge kunnen een aanklacht tegemoetzien. Zegveld noemt dat kansloos. ‘Mensen die iets melden wat ze hebben gehoord, daar is natuurlijk geen zaak tegen te beginnen’, zegt ze. Maar wat ze hebben gehoord, was geen bekentenis van Poch, nee, het betrof hun eigen interpretatie van zijn woorden en lichaamstaal. In latere instantie wist Reijnoudt Brouwer er nog een derde getuige bij te slepen, Jeroen Wiedenhoff, die ook nog wel enkele discutabele uitspraken van Poch wist te memoreren. Samen sterk.

Maar daarbij bleef het niet. Reijnoudt Brouwer zoog bovendien een aantal zaken uit de duim, onder andere over een drietal collega’s die verteld zouden hebben dat Poch ook mensen uit vliegtuigen duwde. Genoeg reden voor die collega’s om een notariële verklaring te laten opmaken waarin zij de weergave van Reijnoudt Brouwer weerlegden. En daarom kan deze getuige à charge een aanklacht wegens meineed verwachten.

Zegveld vertelt dat de kroongetuigen, inclusief de later er nog bijgekomen Jeroen Wiedenhoff, altijd hebben gezegd dat ze nog wel eens een biertje met Poch zouden willen drinken. Nee, zij hebben niets tegen hem, aldus de advocate.
Maar toen Weert eenmaal ontdekte dat in zijn getuigenis ESMA was genoemd, mailde hij aan rechercheur Arnold Versteegt: ‘Het mag en kan niet zo zijn dat Julio straks door een ongelukkige vertaling ons kan beschadigen en onder zijn proces kan uitkomen.’ Los van het feit dat Weert zichzelf hiermee al op de stoel van de rechter plaatste, getuigt zo’n opmerking toch niet van de bereidheid die Robert H. Jackson als hoofd van het team aanklagers tijdens het Neurenbergproces toonde om iemand niet terecht te stellen ‘under forms of judicial proceeding, if you are not willing to see him freed if not proven guilty. (…) The world yields no respect to courts that are merely organized to convict.’

Deze zienswijze blijkt ook geheel te ontbreken bij leden van mensenrechtengroeperingen die op het moment dat Poch door drie rechters unaniem wordt vrijgesproken, schreeuwend hun misnoegen hierover kenbaar maken.

Hetzelfde geldt voor de aanklagers van het Argentijnse OM, die denken dat de veroordeling van twee andere piloten, beiden destijds kustwachtvliegers, hen kan helpen nu zij hoger beroep hebben aangetekend tegen de vrijspraak van Poch, destijds straaljagerpiloot.

Zaak 110 is dus nog niet afgesloten. Maar de vlieger mag na een periode van ruim acht jaar voorarrest eindelijk naar huis. Omdat de vrijspraak nog niet onherroepelijk is, zal Knoops ten minste moeten wachten om zowel de Nederlandse Staat als de getuigen à charge aan te pakken.

Jeroen Engelkes is al lang uitgevlogen bij Transavia. Wel fungeert hij nog als voorzitter van die sympathieke stichting die zieke en gehandicapte kinderen een onvergetelijke dag laat beleven in een vliegtuig of truck. In die hoedanigheid ziet menigeen hem daar maar wat graag vertrekken vanwege zijn rol in dit kafkaëske drama. Hoog tijd dat ze bij die club eens goed gaan kijken of er in dezen geen sprake is van een situatie die volgens de statuten niet verenigbaar is met het bestuurslidmaatschap.

En Julio Poch? Voor hem is het te hopen dat hij zich, nu hij zijn vrijheid heeft herkregen, niet laat vangen in gevoelens van wraak en verbittering.

Deel dit artikel: